Jachthonden en leptospirose

Op 25 januari 2017 bracht een dierenartsenpraktijk uit Renkum (via de website hoogenlaag.nl) het bericht naar buiten dat een drie maanden oude pup was binnengebracht die verdacht werd van besmetting met leptospiren. De pup zou, met andere woorden, leptospirose hebben. In de volksmond ook wel de ziekte van Weil genoemd.*  Nader onderzoek leek inderdaad aan te tonen dat de pup besmet was geraakt, vermoedelijk aan de Oosterbeekse kant van de Rijn, vlakbij Arnhem. Uit het bericht werd helaas niet duidelijk of de pup inmiddels aan de beterende hand was of niet…

Wat is leptospirose?

Leptospirose is de besmetting met leptospiren. Dit zijn schroefvormige bacteriën die, afhankelijk van de specifieke stam, kunnen worden verspreid via de urine van kleine knaagdieren zoals ratten en muizen. Daarnaast kunnen bepaalde leptospiren ook verspreid worden door honden en andere dieren. Leptospiren gedijen het beste bij temperaturen boven de 18 graden celsius. Ze kunnen dan tot zes weken in de grond overleven, in stilstaand water nog veel langer. Vanwege die temperatuurgevoeligheid is dus verklaarbaar dat het risico op besmetting in voorjaar, zomer en begin najaar het grootst is. Naar verluidt neemt het aantal besmettingen bij honden door het veranderende klimaat toe, al lijken daar nog geen duidelijke cijfers over te zijn.

Leptospiren dringen het lichaam van de hond binnen via de slijmvliezen, dus ogen, mond, neus, maar ook via wondjes, wanneer de hond in contact komt met een infectiebron. Die infectiebron hoeft dus -afhankelijk van het type leptospiren- helemaal niet per se in (zwem)water te zijn, maar kan ook in een weiland zijn, of in de stad, door contact met andere honden. Denk aan snuffelen of likken aan de urine of geslachtsdelen van de andere hond. Aangezien veel jachthonden ook wel muizen en ratten zullen vangen als ze de kans krijgen is ook dat een mogelijk risico op infectie. Leptospirose is een zoönose die bijvoorbeeld ook via runderen op mensen kan worden overgebracht (melkerskoorts!). Ook via de hond kan besmetting op mensen worden overgebracht.

Ziektebeeld

Leptospirose is een ernstige aandoening, maar wanneer snel met antibiotica behandeld wordt is de prognose vrij goed. Bij een besmette hond zie je vaak heel plotseling opzettende koorts, voedselweigeren en diarree of braken. De hond voelt zich dan heel ziek. De symptomen lijken een beetje op een flinke griep zoals wij mensen die ook wel kennen, de hond kan zere spieren hebben en wil daardoor liever niet bewegen. De hond is lusteloos, slap en rillerig. Wanneer de hond naast deze symptomen duidelijk vaker wil drinken en meer plast, dan is dat al een eerste signaal dat er iets niet goed gaat met de nieren. Een besmette hond droogt snel uit. Er kan sprake zijn van bloederige diarree of braken en bij teven kan er bloed uit de vagina komen. Wanneer je deze symptomen ziet is de ziekte al in een vergevorderd stadium. Wanneer honden geelzucht krijgen, dus een gele huid krijgen of geel oogwit, dan is er sprake van leveraantasting. Ook snel en moeizaam ademhalen, hoesten en een onregelmatige hartslag kunnen optreden. 

Hoeveel honden er per jaar in Nederland leptospirose oplopen kan bij gebrek aan betrouwbare cijfers over de werkelijke aantallen alleen maar geschat worden, maar het lijkt er wel op dat het aantal besmettingen bij honden de laatste jaren is toegenomen. (Bron: KNMVD)

Hoewel besmetting met leptospiren dus niet alleen maar in het water plaatsvindt, maar ook net zo goed op het land kan plaatsvinden worden vooral honden die graag en veel zwemmen als een risicogroep beschouwd. Om die reden wordt door veel dierenartsen aanbevolen om onze (jacht)honden te vaccineren.

Foto: Jacqueline Wagener

Foto: Jacqueline Wagener

Dan nu weer even terug naar het begin; in het bericht dat door deze dierenartsenpraktijk naar buiten werd gebracht stond een zin die opviel:

“Deze ziekte kan voorkomen worden door uw hond jaarlijks te vaccineren tegen de Ziekte van Weil.”

Er wordt gesproken over het kunnen voorkomen van leptospirose. Dat impliceert dat honden dus niet meer besmet kunnen raken als zij tegen leptospirose gevaccineerd worden, en dat is helaas niet waar. Ten eerste zijn er meer dan 200 soorten leptospiren. Daarvan zijn er 15 besmettelijk voor honden. Als je weet dat de huidige vaccinatie tegen leptospirose, de L4-vaccinatie, maar tegen de vier belangrijkste soorten beschermt, dan weet je dus ook dat er nog 11 andere soorten zijn waartegen die enting níet beschermt. Overigens is wel onderzocht welke leptospiren in Europa de grootste bedreiging vormen voor honden, en op een na zitten deze in de L4-vaccinatie. Het vorige vaccin bevatte er slechts twee. Het is discutabel hoe lang deze vaccinatie eigenlijk effectief blijft. Sommige bronnen zeggen 3 tot 6 maanden, andere 12 tot 18 maanden.

Wat betekent dit concreet?

Concreet betekent dit dat de lepto-vaccinaties een bepaalde mate van schijnveiligheid geven omdat ze dus niet, zoals in het aangehaalde bericht staat, de hond vrijwaren van besmetting. Er is ook een andere kant aan het verhaal, doordát honden gevaccineerd worden, kan het gebeuren dat bij besmetting soms pas laat of zelfs helemaal niet aan de mogelijkheid van besmetting wordt gedacht, júist omdat de hond gevaccineerd was. In zulke gevallen kan het gebeuren dat er te laat wordt ingegrepen met een antibioticakuur waardoor de hond door nier- en/of leverfalen komt te overlijden. Wanneer echter op tijd gestart wordt met behandelen, dan is de kans op herstel doorgaans goed.

Beperkte bescherming is ook bescherming

Dat zou je denken, maar zo werkt dat helaas niet. Steeds vaker wordt erkend dat vaccinaties niet louter en alleen maar positieve kanten hebben. De vaccinaties zelf zijn best een aanslag voor het lichaam, (zie ook ‘vaccineren op maat’) maar ook de adjuvanten, de hulpstoffen waarmee de immuunrespons moet worden gestimuleerd, kunnen heel belastend zijn. Hoewel het maar om minimale percentages gaat, bevatten vaccins vaak giftige stoffen zoals chemische conserveermiddelen, waar het lichaam door middel van vaccinatie op onnatuurlijke wijze aan wordt blootgesteld. Een adjuvant in de leptovaccins is bijvoorbeeld thiomersal, een omstreden stof die voor bijna 50% uit kwik zou bestaan. In veel landen mag deze stof dan ook niet meer als adjuvant voor humane vaccins worden gebruikt. Ik zal niet al te diep ingaan op de inwerking van deze stof, maar het heeft een reden dat terughoudendheid geboden is bij dit middel. Wie er meer over wil lezen kan hier meer info vinden.

De leptovaccinaties zijn berucht om de bijwerkingen. Dat was met de L2-vaccinatie zo, en nu met de huidige L4-vaccinatie nog steeds. Hoewel verreweg de meeste honden deze vaccinatie krijgen zonder er klachten van te hebben, is het aantal gevallen van honden met zeer ernstige bijwerkingen als mogelijk gevolg van de vaccinatie tegen leptospirose groot. Als je dat hardop uitspreekt wordt vaak (door dierenartsen) gezegd dat ze nog nooit problemen hebben gezien met deze vaccinatie en dat dingen op social media nog eens extra worden opgeblazen. Dat laatste is natuurlijk een feit, maar dan nog steeds is het opvallend hoeveel berichten er verschijnen over honden die doodziek zijn geworden nadat zij deze vaccinatie kregen. De klachten lopen uiteen van depressie tot neurologische klachten tot zelfs de dood. Het verband met het leptovaccin is niet altijd makkelijk te leggen waardoor moeilijk valt te bewijzen dat de klachten een gevolg van de vaccinatie zijn. In sommige gevallen zijn ze ook nogal gezocht. Dat een oudere hond een paar dagen na de vaccinatie plots overlijdt kan -hoe verdrietig ook- natuurlijk ook gewoon betekenen dat de hond zijn tijd er op had zitten, maar als een fitte, jongvolwassen hond in een paar dagen doodziek wordt en als de enige afwijking op het normale patroon de vaccinatie was, dan gaan de verdenkingen begrijpelijkerwijs wel die kant uit…

Wat feiten op een rijtje

Er zijn steeds meer hondeneigenaren die gaan twijfelen of ze hun honden nog wel tegen leptospirose willen laten vaccineren. De motivaties om het wel of niet te doen zijn voor iedereen verschillend, maar het is wel goed om dan te weten waar het over gaat. Daarom hieronder wat simpele feiten op een rijtje

  • Leptospirose is een ernstige aandoening die niet onderschat moet worden
  • Vaccineren tegen leptospirose betekent niet dat de hond niet meer besmet kan raken
  • Hoewel niet groot, er bestaat altijd kans op besmetting met leptospiren
  • Vaccinatie tegen leptospirose biedt bescherming tegen vier van de hier meest voorkomende soorten, terwijl er veel meer soorten zijn
  • Vaccineren geeft risico’s op bijwerkingen, maar het verkleint ook de kans op besmetting
  • Ieder vaccin vormt altijd in een bepaalde mate een belasting voor het immuunsysteem
  • De hulpstoffen in vaccins zijn niet onomstreden en voorzichtigheid is geboden
  • Er verschijnen veel berichten dat honden heel erg ziek worden na leptovaccinatie
  • Wel of niet vaccineren ontslaat in beide gevallen een eigenaar niet van de plicht om alert te blijven op besmetting en het herkennen van de symptomen is dus zeer belangrijk

Alles bij elkaar genomen denk ik dat nadenken over de vraag of vaccineren tegen leptospirose wel zo zinvol is helemaal niet verkeerd. Zeker niet als je het wegzet tegen de (kleine kans) op ernstige bijwerkingen. Een kleine kans is immers nog steeds een kans nietwaar? Waar je ook voor kiest, wel of niet vaccineren, het is altijd verstandig om alle voor- en nadelen tegen elkaar af te wegen en niet zomaar zonder meer van een ander aan te nemen waar je goed aan doet.

*De benaming “ziekte van Weil” wordt vaak gebruikt als een soort verzamelnaam voor leptospirose in het algemeen. Dit is echter niet correct, de ziekte van Weil wordt veroorzaakt door de icterohaemorrhagiae leptospiren, die tevens tot de gevaarlijkste, dodelijkste soort leptospiren behoort. Besmetting met deze soort vindt plaats via rattenurine, en maar zelden via hond-hondcontacten.

© Anna van den Berg, 2017

Het zonder schriftelijke toestemming overnemen of verspreiden van dit artikel is niet toegestaan